Brussel, 1 oktober 2025 – In België krijgen steeds meer jonge vrouwen, vaak midden in hun loopbaan of bij de start van een gezin, te horen dat ze borstkanker hebben.
Toch zijn de sensibiliseringscampagnes en screeningsprogramma’s vandaag vooral gericht op vrouwen boven de 50. Jonge vrouwen vóór de menopauze worden niet gescreend. Zij getuigen bovendien geregeld over laattijdige diagnoses, ook door een gebrek aan sensibilisering.
Naar aanleiding van de borstkankermaand benadrukt Stichting tegen Kanker het belang om ook jongere vrouwen te betrekken bij de sensibilisering en het belang van zelfonderzoek. Zo kunnen borstkankers vaker in een vroeg stadium opgespoord en behandeld worden, zeker omdat systematische screening pas wordt aangeboden vanaf 50 jaar.
Tegelijk benadrukt de Stichting hoe cruciaal het is om ambitieus, gericht en innovatief onderzoek te ondersteunen naar deze kanker, die bij vrouwen – ongeacht hun leeftijd – het meest voorkomt. Daarnaast roept ze vrouwen vanaf 50 jaar op om massaal deel te nemen aan de gratis bevolkingsonderzoeken.
Borstkanker bij jonge vrouwen – enkele cijfers
De meest recente cijfers van het Belgische Kankerregister:
- Tussen 2018 en 2022 ging het in 2,3% van de gevallen om vrouwen tussen 15 en 39 jaar, dat zijn gemiddeld 253 nieuwe diagnoses per jaar.
-
Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen van 16 tot 35 jaar: één op vier kankerdiagnoses zit in die leeftijdsgroep.
- Bij jonge vrouwen wordt borstkanker vaak later ontdekt: slechts 25% in stadium I, tegenover 44% bij vrouwen ouder dan 36.
Borstkanker vertoont een ander ziektebeeld bij premenopauzale vrouwen
Borstkanker bij jongere vrouwen verschilt biologisch en klinisch van die bij oudere vrouwen:
- Het zijn moeilijker te behandelen tumoren: vaker triple-negatief of HER2+, meestal met een hogere graad, een verder gevorderd stadium en een minder gunstige prognose.
-
Er zijn meer genetische mutaties, vooral BRCA1- en/of BRCA2-mutaties, die vaak voorkomen bij vrouwen jonger dan 40.
- Deze kankers hebben ook andere moleculaire kenmerken: minder hormoonreceptoren, meer genen die in verband staan met celdeling en een sterker uitgesproken immuunprofiel.
Toch worden jonge vrouwen meestal behandeld zoals oudere patiënten. Daardoor is er te weinig aandacht voor de specifieke biologische kenmerken maar ook de psychosociale impact bij jonge vrouwen.
Hoopvolle signalen
Ondanks de vaak latere diagnose zijn de overlevingskansen gestegen:
-
De 5-jaarsoverleving bij jonge vrouwen ging van 87% (2005-2010) naar 93% (2017-2022).
- 15 jaar na de diagnose leeft nog steeds 80%.
Maar die cijfers verbergen ook een harde realiteit: elk jaar overlijden er in België nog altijd een twaalftal jonge vrouwen aan borstkanker.
Wetenschappelijk onderzoek gesteund door Stichting tegen Kanker
Stichting tegen Kanker investeert volop in Belgische wetenschappelijke onderzoeken. Ook op het gebied van borstkanker. Hiermee streeft zij naar een beter begrip van de specifieke kenmerken van borstkanker bij premenopauzale vrouwen, en naar de ontwikkeling van nieuwe therapeutische behandelingen.
Voorbeelden van lopende projecten:
Prof. Laurence Buisseret (Institut Jules Bordet) – Neo-CheckRay
Immunotherapie versterkt de natuurlijke afweer van het lichaam en heeft al grote vooruitgang geboekt tegen sommige vormen van kanker. Bij vroegtijdig gediagnosticeerde Luminal-borstkanker helpt ze de chemotherapie beter te werken, maar nog niet bij alle patiënten. Het team van prof. Laurence Buisseret onderzoekt dit in de klinische studie Neo-CheckRay, waarin immunotherapie wordt gecombineerd met chemo- en radiotherapie. Hierbij worden sommige afweermechanismen van de tumor geblokkeerd. Dankzij geavanceerde technologieën leert dit onderzoek beter hoe deze behandelingen werken en welke vrouwen er echt baat bij hebben. Op die manier legt het ook de basis voor nog effectievere immunotherapie in de toekomst.
Prof. Colinda Scheele (KU Leuven)
Deconstructing the dynamic interplay between mutant cells and their environment as a driver of mammary tumor
Er komen vaak afwijkende cellen in ons weefsel voor, maar slechts enkele ontwikkelen zich tot kanker. Bij borstkanker toont het onderzoek van het team van prof. Colinda aan dat slechts een klein aantal van deze cellen uitgroeit tot tumoren, terwijl de meeste onschadelijk blijven. Het doel is te begrijpen waarom dat zo is, en vooral hoe deze afwijkende cellen hun gezonde omgeving beïnvloeden. Dit ‘gesprek’ tussen cellen kan een sleutelrol spelen bij het ontstaan van kanker. Door dit beter te begrijpen, kunnen tumoren vroeger opgespoord en nieuwe preventiestrategieën ontwikkeld worden.